dinsdag 26 januari 2010

D-Day

(Click here for English version)

24 december: de operatie. Om 06:15 uur reden Lief en ik richting het ziekenhuis. Om 07:00 uur 's ochtends werden we daar verwacht op de afdeling. Het was erg belangrijk dat ik uiterlijk om half acht op de afdeling Nucleair - just 'Nuc' in ziekenhuistaal - zou zijn, omdat ik uiterlijk om 08:00 uur op de OK in een bed moest liggen i.v.m. een grote longoperatie die ze na mijn operatie gingen uitvoeren bij iemand anders (zo beter, mamsie? :)) (ze hadden me er echt tussengeschoven, eigenlijk was er geen tijd - toppers!).

Om 07:15 arriveerden we op de afdeling Nuc. Een verpleegkundige kwam aanslenteren en deelde doodleuk mee dat het 'ongeveer een uurtje ging duren'. Lichtelijke paniek. Lief zou de afdeling gaan informeren terwijl ik als een idioot de radioactieve vloeistof in in m'n tiet inmasseerde om mooie foto's te kunnen laten maken van de schildwachtklier. Deze laatste ging verwijderd worden om te controleren op uitzaaiingen.

Omdat er geen tijd meer was om eerst naar de afdeling te gaan en me daar op m'n gemak uit te kleden, deed ik in de kleedruimte van de Nuc het operatieschort voor (het is echt waar, net als in de film, de achterkant is open - ik begrijp nog steeds niet waarom: m'n tiet zit toch echt aan de voorkant). De Nuc-arts en Lief hebben me toen samen op het bed naar de OK gerold *w00t*.

Dr. Kroeze (held!) gaf me een hand en reed me zelf de OK op. Hij boog over me heen en vertelde me dat hij nogmaals met de patholoog anatoom had gebeld en dat die hem écht (ja echt, hij sprak het uit met een accent op de 'e') verzekerd had dat het nog in een heel pril stadium was. Ik vroeg "écht'?", hij antwoordde "écht". En weg was ik.

Om half tien werd ik, terwijl ik de uitslaapkamer werd opgereden, helemaal helder wakker. Het eerste wat ik vroeg, was: "En? Is ie schoon?". De verpleegkundigen begrepen me niet. "De schildwachtklier, de poortwachter, is ie schoon?". "Ow die! Ja! Die is schoon!". Geen uitzaaiingen. Het geluksgevoel dat toen door m'n lijf stroomde: ik verzeker je, het voelde als electriciteit. De glimlach die na de schaterlach op m'n gezicht kwam, is de rest van de dag - wat zeg ik, wéék! - niet meer van mijn hoofd geweken.

Om half elf werd ik de zaal opgereden en daar was mijn Lief - hij zag eruit zoals ik me voelde. Opluchting, geluk, dankbaar, nederig en vooral heel erg blij. Jeroen en Eelco kwamen er een paar seconden achteraan, beiden met een hilarisch leuke knuffelbloem.

Omdat ik nergens last van had en alles werkte zoals het moest, reden we om half twee al weer naar huis, waar ik de rest van de dag in een heerlijke morfineroes heb verkeerd.

Cheers! Op het leven!

__________
TUESDAY JANUARI 26 2010
D-Day

December 24th: the surgery. At 06:15 hours Love and I drove to the hospital. We were expected to be there at 7 AM. It was of great importance that I arrived at the nuclear department – or just ‘Nuc’, in hospital language – no later than 7.30 AM, since at 8.00 AM the surgery had to start (they were going to perform an important long surgery on someone one hour later – they really squeezed me into this time slot – great people!).

At 7:15 AM we arrived at Nuc. A nurse came walking down the hospital isle and mechanically mentioned that it would ‘take about an hour’. We somewhat panicked. My Love would go and inform the surgical team about this while in the meantime I was massaging radioactive liquid in my boob like a crazy person to make it possible to make good pics of the sentinel node. This sentinel node was going to be taken out to check for metastases.

Because there was no time to go to surgery and change, I used the Nuc’s dressing room to put the hospital gown on (and it’s really true, it’s like in the movie, it has no backside – I still have no clue why: my boob is definitely at the front of my body, like most boobs are). The Nuc-doctor and Love rolled me at high speed to the surgery room *w00t*.

Dr. Kroeze (hero!) shook my hand and rolled me into the room myself. While he leaned over me, he told me that he had spoken to the pathologist one more time and that he réally (I’m not kidding, he actually emphasized the ‘e’) assured him that we caught it at a very early stage. I asked: “Réally?”, he answered: “Réally”. And I dozed off.

At half past nine they drove me into the recovery room and I felt quite awake. The first thing I asked was: “And, is it clean?”. The nurses had no idea what I was talking about. “The sentinel node, the gatekeeper, is it clean?” “Oh that! Yes! It’s clean!” No metastases. It didn’t spread. The unbelievably great feeling of happiness that flooded through my body at that point: I assure you, it felt like electricity. The huge smile hasn’t left my face during the rest of the day – nay, week!

At eleven o’clock I was driven onto the hospital room and there my Love was waiting for me. He looked exactly like I felt. Relief, happiness, gratitude, humility, and above all incredibly happy. Jeroen and Eelco arrived a few seconds later, both carrying an enormous funny hug flower.
Because there were no problems and everything functioned like it should, we were ready to drive home at half past one, where I spent the rest of the day in a wonderful morphine daze.

Cheers! To life!

Geen opmerkingen: