dinsdag 8 juni 2010

Teachers Open The Door

...But You Must Enter By Yourself – Chinese proverb
(Click here for English version)

Happend naar adem sta ik met één hand leunend tegen de muur de heftige pijn weg te puffen nadat ik in een roes van de behandeltafel ben gerold. Ik begin die plek iets te goed te leren kennen daar in die wondere wereld van mijn nieuwe vriend pijn. Een stem trekt me naar het hier en nu. Ik knipper twee keer met m’n ogen en leun wat naar voren om ‘m beter te kunnen verstaan terwijl de waas van pijn langzaam oplost in m’n hoofd. Ongelovig staar ik hem aan.

“Mag ik een oneerbiedige vraag stellen? Hoe is het met de sex?”, vraagt hij terwijl hij de handschoenen uittrekt waarmee hij in het bijzijn van Lief net een behoorlijk brute aanval op een gevoelig intieme plek heeft uitgevoerd. Werkelijk. Hoe noem je dat? Misplaatste eerbiedigheid? Valse schaamte?

Het is een abces, het moet opengesneden worden, in de OK. Jawel, met narcose, operatiehemd, infusen en de hele mik. Lachend (!) poetst hij z’n bril schoon terwijl ik me moeizaam en uiterst voorzichtig op één bil op de rand van de stoel laat zakken. Op mijn vraag hoe het herstel zal verlopen antwoordt hij vrolijk dat hoewel ik wellicht ooit had gedacht dat het centrum van het ‘zijn’ in het hoofd zit, ik die illusie zal laten varen zodra ik wakker word uit de narcose. Pijn, veel pijn. “En ja,” grinnikt hij, “je zult veel op één bil zitten, zoals 80% van mijn patiënten”. Hoewel ik er de lol niet echt van inzie – want hoe zit het met de chemo, kan die wel doorgaan, en hoe werkt de narcose door als je chemo hebt – gaan we toch redelijk opgewekt en met het vooruitzicht dat er snel een einde komt aan de pijn die alweer anderhalve week veel te luidruchtig aanwezig is, naar huis. De dag erop wordt de ingreep al gepland. Half één aanwezig zijn, 14:00 uur OK. Perfect. Niet de onderzoekende arts dr. Kuyper, maar dr. Dijkman gaat de ingreep uitvoeren. Ook goed. Kom maar door. Echt, vergeleken bij deze pijn is de chemo echt een eitje. De derde chemo ben ik trouwens ook weer fenomenaal doorgekomen – ik heb nog 2 advertenties eruit geklatst toen ik thuiskwam en stond de dag erna alweer te BODYPUMPen. #nederigvandankbaarheid

Op de dag van de operatie zijn we nog niet koud gaan zitten in de wachtkamer – ja ja, wederom op één bil :) – of ik word gehaald door een verpleegkundige die meldt dat ik direct door kan naar de OK. Het is dan twintig voor één. Werkelijk, wat heb ik een mega-geluk in dit ziekenhuis. Ik fiets continu overal zo doorheen! Hopla, in het bed, operatiehemd aan, ringen af, lenzen uit, kus voor Lief en de pre-op in. Na flink te zijn misgeprikt – kan gebeuren, is niet erg, het is een vak op zich; maar geef niet mijn bloedvaten de schuld als je je dag niet hebt! – zit het infuus erin. Een co-operatiearts komt langs om één en ander even door te spreken en laat vallen dat dr. Kroeze de ingreep gaat uitvoeren. Dr. Kroeze? Dr. Kroeze! Ik ben zeer blij verrast. Mijn ‘eigen’ chirurg gaat me weer behandelen. Wat een fijn gevoel. De glimlach breidt zich uit naar m’n tenen en een algeheel gevoel van rust en vertrouwen nestelt zich in de kern van m’n lijf. Ik word gehaald door twee anaesthesisten die vragen of ik kom voor het gezichtsmasker of de modderpakking. Jawel, de stemming zit er goed in. Zodra ik de OK ben ingereden en op de OK tafel ben overgestapt, worden links en rechts allerlei zakjes en plakkers aan en op me gehangen en geplakt. Dan komt dr. Kroeze binnen. Ik voel me alsof ik een langverloren heel dierbare vriend weer terugzie. Bizar. Hij glimlacht warm en buigt zich over me heen om me een hand te geven. Als de assistenten wat verbaasd reageren op deze interactie zegt hij, terwijl hij liefdevol op m’n been klopt: “Ja, wij kennen elkaar”. “Over tot de orde van de dag. Janet, heb je eigenlijk ook koorts gehad?”. Op mijn ontkennende antwoord kijkt dr. Kroeze peinzend en vraagt hij zich hardop af of het dan wel een abces is. Pragmatisch als hij is kijkt hij na drie seconden op. “Als het geen abces is, meisje (méisje! – heerlijkheid om nog steeds zo genoemd te worden), ga ik niet in je snijden. Ga eerst maar ‘es lekker slapen, we zullen het zien”. Het zuurstofkapje komt naar beneden, de anaesthesist kijkt me diep in m’n ogen en vertelt dat de narcose nu binnenloopt en dat ik nu snel ...

Ik word wakker op de uitslaapkamer en ik voel – zo goed als geen pijn! Verbaasd maar blij geef ik me nog even over aan de naweeën van de narcose. Nogmaals verwonder ik me over wat narcose met me doet. Ik moet m’n blog er eens op naslaan, want volgens mij heb ik er al eerder over geschreven, maar hoewel ik nog nooit XTC heb gebruikt, voel ik me weer alsof ik ondergedompeld ben in de love-drug. Ik hou van iedereen. Ik sta op het punt om volkomen ongeremd een verpleegkundige om een knuffel te vragen – en schater terwijl ik het bedenk – als dr. Kroeze binnenkomt. “Het was toch echt geen abces”, zegt hij nadenkend. “Een fikse ontsteking, aan de buitenkant, die we in de gaten gaan houden, maar ik heb niet hoeven snijden”. Opgelucht pak ik z’n hand (je moet wát, dr. Kroeze een knuffel vragen gaat zelfs mijn stonede hoofd te ver :)). Hij geeft me nog een aai over m’n bol en met de afspraak dat we elkaar de dag van de chemo zien, laat hij me rustig bijkomen. Terwijl hij wegloopt krijg ik het gevoel dat hij niet onverdeeld blij is met z’n collega die de dag ervoor het oordeel abces velde en me in één adem door de OK ingestuurde. Ik voel een staartje aankomen.

Na drie kwartier ben ik weer helemaal voor de bakker en zijn de remmingen weer op de juiste sterkte afgesteld. Ik bel Lief die gelukkig met El (angel) in het zonnetje heeft kunnen wachten op me. Na een uurtje (“Maar mevrouw, u moet echt twee uur op de dagbehandeling liggen voordat u naar huis kunt” – “Maar ik voel me prima, echt, echt, echt!” – en dat een kwartier volhouden, dan zwichten ze vanzelf :)) brengen ze me thuis en crash ik op de bank. In de loop van de volgende dagen gaat het gelukkig steeds beter met de pijn. Nou ja, slechter dus. Voor de pijn dan. HA! Ik krijg zaterdag nog een belletje van de afdeling Special Care van het ziekenhuis (de Geldersche Vallei), hoe ik me voelde. Service!

Vanmorgen. Half negen wakker. Ik moet iets. Wat is het nog maar. Geen idee. Kwart voor negen eruit. Het knaagt nog steeds. Ik kom beneden en zie het chemoschrift liggen. Morgen de vierde chemo alweer. YAY! Het aftellen kan beginnen. Pomtiedomtiedoem. VERREK! #facepalm. Bloedprikken, muts! Ik kleed me aan en scheur als een dolle in de JanetMobiel naar het ziekenhuis. Gelukkig nog op tijd wurm ik me langs de rij wachtenden en loop naar de spoedbalie. Als je chemo krijgt, word je namelijk met voorrang geprikt, omdat het bloed persé die dag moet worden onderzocht. Dat weet natuurlijk niet iedereen en dat is ook niet erg. Dat hoeft ook niet. Maar als ik rustig heb uitgelegd aan de gepikeerde mevrouw achter me dat ik niet in de rij ga staan (nou ja, ze vroeg het iets ongenuanceerder, maar laat ik dat niet herhalen) omdat ik morgen chemo heb, antwoordt ze met een venijnige trek op haar gezicht: “Dat interesseert me niks. Ik moet ook gewoon naar m’n werk” en kijkt me uitdagend aan. Ik had me ondertussen alweer omgedraaid naar de verpleegkundige die mijn lijst aan het verwerken is. Ik slik. Tel tot tien. Draai me om en met m’n hoofd een tikje schuin uit geveinsd medelijden vraag ik haar terwijl ik wijs op m’n hoofddoek: “Zullen we ruilen dan, mevrouw? Ik naar uw werk en u morgen mijn chemokuur?”. De verpleegkundige geeft me mijn lijst en met een lieve glimlach zegt ze mij dat ik door kan lopen en zo word opgeroepen en zet ze in één moeite door de gepikeerde mevrouw nog even extra op haar nummer. Terwijl ik doorloop naar de bloedprikruimte hoor ik de gepikeerde mevrouw zich – hoewel duidelijk verontwaardigd – toch heftig verontschuldigen. Ik zucht en glimlach. Fijn dat ik daar doorheen ben. Dat niet meer hoef. Vrij ben van die kleinigheden.

Nog even een voorproefje van m’n tuin die nu echt bijna klaar is – een sneak preview so to say :). Na deze vierde chemo mag ik als chemocadeau de hele rechter en tevens laatste border gaan invullen #joy. Het is echt net grafisch ontwerp! Hoewel er veel Italiaanse planten zijn gesneuveld of ernstig zijn toegetakeld in de afgelopen twee winters (en nee, oleanders doen het echt niet in Nederland, geef het op :)), hebben ook vele besloten het gewoon weer te proberen. De Italiaanse jasmijn bijvoorbeeld (RUIK dat dan!), de pruikenbomen en de druif. Zelfs de afrikaanse lelies hebben zonder mijn liefdevolle verzorging (want iets anders aan m’n hoofd eind december vorig jaar :P) na uitgebreid overleg besloten om unaniem hun koppen boven de grond te steken. En als alles straks bloeit... mensen – veel gelukkiger kun je me niet maken.

Ciao voor nu, en zoals een Italiaanse vriend me onlangs leerde: Crepi il lupo!* #kickcancer

*(In Italië is er een gezegde voor mensen die een uitdaging aangaan: “In bocca al lupo”. Het betekent “In de muil van de wolf”. Het antwoord hierop is: “Crepi il lupo”. Dat betekent: “Dood aan de wolf”).

__________
TUESDAY JUNE 8 2010
Teachers Open The Door
...But You Must Enter By Yourself – Chinese proverb

Gasping for breath I’m trying to breathe away the pain, leaning against the wall after I just rolled of the treatment table in a daze. I’m starting to get to know that place somewhat too well up there in the wondrous world of my new friend called pain. A voice pulls me back into reality. I blink my eyes and lean forward to hear what it’s saying while the haze of pain slowly dissolves in my head. I stare at him. Astonished.

“May I ask an irreverent question? How’s your sexlife?”, he asks while he takes off the glove with which he just fairly brutally attacked a sensitively intimate area of my body in the presence of Love. Honestly. What do you call that. Misplaced reverence? False shame?

It’s an abcess, it should be cut open in the OR. Yes, using anesthesia, surgical gown, drips and the whole shebang. He polishes his glasses, smiling (!), while I carefully and slowly lower myself onto the edge of a chair. On my question how the recovery will be, he cheerfully answers that although I once might have thought that the center of ‘being’ is situated in the head, I will let go of that illusion for ever after I wake up from anesthesia. Pain. A lot of it. “And yes”, he grins, “you will be sittinig on one side of your buttocks a lot, like 80% of my patients do”. Although I can’t really see the fun of it – hence, how about chemo, can we proceed with the next treatment, how do anesthesia work with chemo – we return home quite happily with the prospect that the pain, that has been extremely present for the past week and a half, will be ending soon. The surgery is planned for the day after. Present at 12:30 h, 14:00 h OR. Perfect. Dr. Dijkman will perform surgery instead of Dr. Kuyper who examined me earlier. Whatever. Fine. Really, compared to this pain, chemo is peanuts. I flew through the third chemo again, like the two treatments before – I even e-mailed two ads when I got home and was BODYPUMPing the day after. #humblewithgratitude

On the day of surgery we’re only sitting in the waiting room for a couple of seconds when a nurse comes to get me and tells me I can even go straight to the OR. It’s twenty to one. Really, I’m SO lucky in this hospital. I fly through everything. And everything seems possible. Hop, in bed, put on surgical gown, kiss for Love and into pre-op. After a few wrong shots – that can happen, no problem, it’s a discipline in itself; but don’t blame my vains if you don’t have your day! – the drip is in. A doctor in training comes by to talk about the details of the surgery and drops that dr. Kroeze will perform the surgery. Dr. Kroeze? Dr. Kroeze! I’m very happily surprised. My ‘own’ doctor is going to treat me again. Wat a great feeling. The smile spreads to my toes and a complete sense of calm serenity nestles in my core. Two anesthetists come to get me and ask me if I’m here for the face mask or the mud wrap. Yes, that’s the kind of mood we’re in. As soon as I’m rolled into the OR and lied down on the OR table, all sorts of bags and stickers are being hung and stuck on me. Then dr. Kroeze enters the OR. It feels like I’m seeing a long lost very dear friend again. Weird. He smiles warmly, and leans forward to give me a handshake. When the assistants react somewhat surprised to this showing of affection, he gives me a pat on the leg and says: “Yes, we know each other”. “On to the order of the day. Janet, did you have a fever at all?”. At my negative answer he frowns and asks himself aloud whether this is an abcess then. Pragmatic as he his he looks up after three seconds. “If it’s not an abcess, my girl, I’m not going to cut. Now, first go asleep, we shall see”. The oxygen masks comes down, the anesthesist looks deep into my eyes and tells me that the anesthesia is now running into the drip and that soon I will ...

I wake up in the recovery room and I feel – virtually no pain! Surprised but happy I allow myself to doze of into the after effects of the anesthetics. Again I’m amazed what that stuff does to me. I need to read back my blog, because I think I’ve written about it before, but although I’ve never done XTC before, I feel if I’m submerged in the love-drug. I love everybody. I’m at the point of asking a nurse for a hug – and LOL why I’m thinking it – when dr. Kroeze enters the room. “It really wasn’t an abcess, sweetheart”, he says thoughtfully. “An inflammation, on the outside, which we will keep an eye on, but I didn’t have to cut”. With a huge sigh of relief I grab his hand (well, you have to do sómething, and asking dr. Kroeze for a hug is too much, even for my stoned head :)). He lovingly strokes my hairless head and with the agreement that we’ll see each other on the day of the next chemo, he lets me wake up. While he walks away I get the feeling that he’s not entirely happy with his colleague who diagnosed it as an abcess and sent me off to the OR in the same breath. I feel this story isn’t at its end yet.

After 45 minutes I’m feeling like my awesome self again and all hug-asking-urges are over. I call Love who luckily could wait for me with El (angel) outside in the sun. After an hour (“But madam, you really need to be at daycare for two hours before you can leave” – “But I feel fine, really, really, really!” – keep that up for 15 minutes and you’re home free :)) they take me home and I crash on the couch. During the next couple of days it’s going better and better. On Saturday the Special Care department of the hospital even called to ask how I was doing. What a service!

This morning. Awake at 08:30 h. There’s something I need to do. But what. I have no idea. 08:45 h I get out of bed. It’s still gnawing. I come down and see the chemo notebook lying on the table. Tomorrow the fourth chemo. YAY! We can begin the countdown. Lalalalala. DAMN! #facepalm. Blood test, you little stupid! I get dressed and drive like mad to the hospital. Fortunately I’m still on time and I slide along the queue to the emergency blood desk. If you get chemo therapy, you get your blood tests with priority, because it’s key that it’s examined the same day. Of course not everyone knows that and that’s fine. But when I calmly explain to the offended lady behind me that I’m not waiting in line (well, she asked it slightly less subtle, but let’s not repeat that) because I need to undergo chemo treatment tomorrow, she answers quite viciously: “I don’t give a shit. I also need to go to work”, and looks at me with a provoking look on her face. I already had turned back to the nurse who is administering my list. I swallow. I count to ten. Turn around and with my head slightly tilted in feigned pity, I ask her, while I’m pointing at my headscarf: “Shall we trade then, madam? I’ll go to your job and you take my chemo treatment tomorrow?”. The nurse gives me my list and with a sweet smile she tells that I can walk on and will be called for the blood test while she sets the offended lady firmly straight without any effort. As I walk into the blood test room, I hear how the offended lady – however clearly annoyed – strongly apologizes. I sigh and smile. Glad that I’m over that. I don’t have to do that anymore. Free of such trifles.

Just a glimpse of my garden that now is really almost ready – a sneak preview so to say :). After this fourth chemo I can design and fill the entire last border #joy. It’s really almost like graphic design! Although a lot of Italian plants have died or are severely molested during the last two strong winters (and no, Nerium oleander really doesn’t work in the Netherlands, give up :)), a lot have decided to give it a try. The Italian jasmine, for instance (SMELL that!), the cotinus and the grape. Even the african lillies, without my loving care (because I had something else on my mind in December of last year :P) decided after extensive consultation to stick their heads above the ground. And if everything blooms in a few weeks... people – I can’t be much happier than that.

Ciao for now, and, as an Italian friend taught me recentley: Crepi il lupo!* #kickcancer

*(In Italy they have a saying for people facing a challenge: “In boca al lupo”. It means “In the wolf’s mouth”. The answer must be: “Crepi il lupo”. It means: “May the wolf die”).